Ontvangen via Henk van Oosteren naar aanleiding van zijn publicatie: Pleegouders maken het verschil:

Perkoenpaaltjes

Zo heten de, meestal in twee rijen naast elkaar staande, paaltjes aan de kustlijn waar het kolkende water altijd tegenaan, onderlangs of overheen stroomt. Bij ieder bezoek aan zee trekken ze mijn aandacht. Ik vraag me af waardoor ik precies gefascineerd raak.

Hun verscheidenheid? Ze staan soms fier rechtop, zijn vaak kromgebogen, scheefgeslagen, gewaaierd. Uiteengerukt, versplinterd, verweerd, geschuurd. Grijsbruine, zwarte houtsculpturen van grote schoonheid.

De verandering die zij teweeg brengen? Ze veroorzaken schuimkoppen, breken de aanrollende golven, dwingen water tot koerswijziging, houden tegen, beschermen.

Hun wordingsgeschiedenis? De paaltjes beginnen als onbeschreven stamstukken in gelijke bodem. Worden door de golven gebeukt, door de zon gekoesterd en de stormwind gegeseld. Voor zij hun karakteristieke vorm bereiken, zijn ze door eb en vloed danig op de proef gesteld.
Sommige blijven opmerkelijk gaaf, andere zijn gespleten geraakt, in de kern verscheurd. Getekend, gegroefd, geëtst, gepokt en gemazeld.

De tijd heeft zijn sporen achtergelaten, maar is er niet in geslaagd ze tot op de grond toe af te breken. De meeste blijken standvastig genoeg om overeind te blijven, op eigen houtje of ondersteund door hun naaste.

Het perkoenpaaltje bezit een duurzame kwaliteit die een mens bij zijn roerige ‘struggle for life’ goed kan gebruiken.