Verslag van de Pleeggrootouderdag 2012 in Tilburg, zalencomplex Etenstijd

Ook dit jaar was de landelijk pleeggrootouderdag weer een dag om met een zeer goed gevoel naar terug te kijken. Een kleine (en ook grote hoor, haha) 100 volwassenen en ruim 30 kinderen kwamen weer bij elkaar,–de  zesde?- in Tilburg. Dit jaar waren er heel veel nieuwe gezichten, maar gelukkig ook een groot aantal ‘ouwe’ bekenden. Ieder jaar is het opnieuw een feest om de kinderen weer te zien en te zien dat zij flink zijn gegroeid in lengte en dat zij het nog steeds leuk vinden om de andere kinderen te ontmoeten die ‘in het zelfde schuitje zitten’. De jongste was een jaar of 4, de oudste 13. Een aantal van hen kent elkaar dan ook al van de voorgaande keer/keren en zijn er kleine vriendschapjes ontstaan. En dat geldt niet alleen voor de kinderen!

Ook waren er deze keer een groot aantal professionals vanuit den lande, een journaliste en een rechtenstudente. De SBPN komt langzaamaan op de kaart in Nederland en terecht!!!!

Voor het bestuur van de SBPN is het elk jaar weer een aantal maanden voorwerk en vooral ook veel denkwerk over de thema’s en de sprekers.
Ook de vorm van hoe gaan we de dag indelen vraagt hoofdbrekens. Maar net als alle voorgaande jaren is het dit jaar ook weer gelukt en hebben de bestuursleden van diverse kanten alleen maar positieve geluiden gehoord. De  locatie was top, het eten was top, de sprekers konden zich verheugen op geïnteresseerden en ook voor de kinderen was er een leuk programma en een degelijke begeleiding.

Sprekers waren o.a. een notaris die informatie gaf en vragen beantwoordde over wat er –voornamelijk financiëel- geregeld kon worden voor de kleinkinderen als de grootouders waar zij bij wonen zouden komen te overlijden.
Professor Vlaardingerbroek, zeer bekend met deze materie, gaf een lezing over familierecht waarbij hij de vragen uit de zaal vrij liet komen en waar hij uitvoering antwoord op gaf. Twee medewerksters van Kompaan en de Bocht, onze gastorganisatie, gaven ook een lezing/workshop. Ook hier kwamen veel vragen los en werden herkenbare situaties verteld. In de derde zaal ging onze voorzitster Mirte aan de slag met de aanwezige grootouders met het maken van een inventarisatie over wat de SBPN volgend jaar op de agenda moet zetten en waar behoefte aan is. Ook hiervan is een klein verslagje in aantocht op de site.

Naast het bestuurslid zijn ben ik ook een omama en kijk als zodanig dan óók naar de dag. Voor mij persoonlijk waren er een aantal kippenvel momenten en zelfs momenten dat ik moest slikken en/of vol schoot door moties.
Nou ben ik van huis uit al emotioneel incontinent, dus da’s niet zo moeilijk.

Het volgende gedeelte is persoonlijk en draagt de titel;

Kinderen met een knauw (ook titel van een gedicht dat ik heb geschreven)

Mijn eerste volschiet-momentje was toen M., één van de kinderen, binnenkwam en zich in de armen van Iris wierp. Zij zien elkaar niet echt regelmatig, maar toch wel minimaal 2 tot 3 x per jaar. En iedere keer is er die warmte, vriendschap en de dingen die ze toch samen delen terwijl ze 7 jaar schelen.

Het meest ontroerd was ik wel toen ik met een groepje van ongeveer 8 (klein)kinderen  aan tafel kwam te zitten. Zij zaten koekjes te maken om te gaan bakken en hun begeleidster –Iris, mijn kleindochter- had even pauze, dus nam ik even de honneurs waar. Natuurlijk kenden de kinderen mij –in ieder geval van gezicht- omdat ik hen met hun opapa’s en/of omama’s had welkom geheten bij de ingang.
Toen Iris de ruimte had verlaten werden er al snel de eerste vragen op mij afgevuurd; woonde Iris bij mij? Hoe lang al? Zag zij haar vader en moeder nog wel? Toen ik daar op antwoordde dat Iris al ruim 10 jaar bij ons woonde, haar moeder was overleden en het contact met haar vader er momenteel even bijna niet was, ging  het los. De verhalen vlogen me om de oren en alsof we elkaar al jaren kenden werd er door een aantal heel open en eerlijk gereageerd. En dan is het moeilijk om niet ter plekke vol te schieten. Althans, voor mij dan.

Meisje nummer 1, die het gesprek spontaan opende is 8 jaar en haar moeder is overleden toen ze 6 jaar was. Haar moeder had een heel erge ziekte en was pas 30. Haar vader kon/wilde niet voor haar zorgen, of was helemaal uit beeld, dat weet ik niet meer. En zo kwam ze bij opa en oma te wonen. Ze herinnerde zich haar moeder nog heel goed, had het heel goed naar haar zin bij opa en oma, maar miste haar moeder wel heel erg. *slik*.

Hierop volgde gelijk een ander verhaal van een meisje (6 of 7 jaar) dat momenteel in een pleeggezin woont (en naar ik later begreep, niet het eerste) die wel haar eigen moeder 1 x in de week ziet. Zij had wel een tijdje bij haar oma gewoond, maar die was niet zo lang geleden overleden. Dus ging zij wéér naar een pleeggezin.

Meisje nummer 3 (ik denk dat zij een jaar of 9 was) was het meisje dat in eerste instantie mij de vragen stelde, nam het over en zei dat zij bij opa en oma woonde omdat haar moeder borderline heeft en dus niet voor haar kan zorgen. Haar zag zij heel af en toe in het ontmoetingshuis/kamer (naar ik later begreep een neutrale plek waar men onder begeleiding elkaar kan zien).

Een viertal jongens, aanwezig aan de tafel, waren stil en keken alleen maar. Kreeg hen niet in het gesprek betrokken buiten dat ze zeiden ook bij opa en oma te wonen. Een van de stoere kerels sloeg zijn deeg plat met zijn vuist en gaf aan geen zin meer te hebben in koekjes bakken. Dit was voor mij het sein dat het gesprek een andere wending moest krijgen en gelukkig kwam de oorspronkelijke begeleiding terug en kon ik snel naar een kop koffie.

Ik was ontroerd door de openheid, het delen dat zij deden met mij terwijl ik toch een soort van vreemde was. Maar ik voelde me net een soort vriendinnetje van de meiden toen ik foto’s ging nemen tijdens hun lunch en ik ook als zodanig werd begroet. Het heeft me aan het denken gezet en ik zal dan ook in het bestuur gooien dat ik volgend jaar een andere ingang wil hebben op onze landelijke dag. Wat denken we van een pleegkleinkinderdag? Die mogen dan hun opa en/of oma meenemen die wij dan die dag wel weer bezig houden met allerlei workshops (ook volgend jaar weer een gedichten-workshop, want daar werd om gevraagd). Een dag die in het teken staat van de kinderen zelf. Ruimte om hun verhaal om te zetten in woorden, tekeningen, toneel, verkleden enzovoort. De juiste invulling weet ik –nog- niet, maar dat komt goed. En dan natuurlijk niet de grootouders vergeten. Moet lukken.

 

Ik kijk terug op een goede dag, waar het zonnetje het park om de locatie verlichtte en waar ik graag even had willen buitenspelen. Heb ik heel even gedaan met de camera, maar toen ‘moest’ ik naar binnen om een verslag  te maken van de bijeenkomst. Achteraf was dit niet nodig geweest omdat de aanwezige notaris alles zal samenvatten zodat we dit op de site kunnen plaatsen. Maar ach, ben lekker bezig geweest zeg maar. Een lange, fijne, vermoeiende en zinvolle dag was het weer. Met een heerlijk etentje in Het Etenstijd (moeite waard voor een bezoekje mét of zonder kinderen) en napratend over de dag en nog even eigen ervaringen uitwisselend met de overige bestuursleden sloot ik de dag af. Na een reis zonder brandjes onderweg, omleidingen of ander gedoe waren Iris en ik om bij negenen thuis. Vanaf ’s morgens half zeven was het voor omama tijd om te hangen op de bank en te gaan slapen om 10 uur. We hebben het met elkaar weer voor elkaar en doen het volgend jaar weer! Voor al die kinderen met een knauw die zich er verbazend genoeg heel vaak goed doorheen slaan ondanks alle leed en de zware rugzak die velen met zich meedragen.

Liefs, Joyce